Als we met andere mensen in contact treden, communiceren we altijd. Dit doen we met gesproken en niet gesproken taal of non-verbale communicatie. Hiertoe behoren houding, beweging, plaats in de ruimte, gebruik van tijd en intonatie van de stem. Non-verbale communicatie is beter bekend als lichaamstaal.
Non-verbale communicatie is echter meer dan alleen lichaamstaal. Het drukt zich ook uit in bijvoorbeeld het dragen van een uniform, bepaalde kleding, het dragen van een bepaald speldje enz.
Lichaamstaal gebruiken we altijd. Iemand aankijken, betekent iets anders dan je wegdraaien. Zelfs door je aanwezigheid geef je al een boodschap af.
Het is goed om te beseffen dat we niet voortdurend praten, maar wel de hele tijd signalen afgeven door middel van lichaamstaal, als we samen zijn met anderen. We communiceren meestal tegelijkertijd op inhouds- als op betrekkingsniveau.
Inhoudsniveau
Met woorden geven we vooral de inhoud weer, je hebt het ergens over. Je wilt de ander iets duidelijk maken over een bepaald onderwerp. Dit is de inhoud van het gesprek. Op inhoudsniveau zeggen we, of beelden we uit, waar de boodschap over gaat. De inhoud van een boodschap is meestal het makkelijkst over te brengen door middel van gesproken taal of afgesproken gebaren.